Hieronder staan drie voorbeelden:

Je vindt jezelf niet oké.
Je bent bijvoorbeeld niet blij met je lichaam.
Of je bent niet trots op wat je kan.
Je wil graag leren blij te zijn met wie je bent!

Je wordt bang, boos of verdrietig.
Je snapt niet wat er gebeurt en wat je moet doen.
Je kan moeilijk vertellen hoe je je voelt.
Je wil leren hoe je dit kan zeggen en wat je met dit onprettige gevoel kan doen!

Iemand wil dat je iets doet, wat je geen fijn gevoel geeft.
Je vindt het lastig om ‘nee’ te moeten zeggen.
Of je bent bang dat de ander boos wordt.
Je wil graag leren hoe je op een prettige manier voor jezelf kan opkomen!